kwaad zeggen van iemand 1.0
dingen vertellen die iemand in een kwaad daglicht stellen; kwaadspreken
Algemene voorbeelden
Een hardwerkende vrouw, deze Assétou, en ze neemt geen blad voor de mond: "We zeggen geen kwaad van de mannen, maar ze leven toch eigenlijk wel op onze rug."
'Veel liever was ik hersteld gebleven,' zei mijn vader altijd, 'want die gereformeerden - nou ja, laat ik er geen kwaad van zeggen: mosselen hebben nou eenmaal meer aftrek dan oesters, en ach, 't is waar, ook hun goeie goed verslijt, en komt dan bij mijn terecht, en verders zijn ze erg mak.'